Skip to main content

Veelgestelde vragen

Veel mensen hebben vragen over Q-koorts en Q-support. We hebben de veelgestelde vragen voor u op een rij gezet. Staat uw vraag er niet bij? Stel hem via het contactformulier dan krijgt u persoonlijk een antwoord.

Q-koorts

Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Q-koorts is een zoönose. Dat betekent dat de bacterie van dier op mens wordt overgedragen. In Nederland zijn geiten en schapen de belangrijkste besmettingsbron voor de mens. Ook andere dieren kunnen voor besmetting zorgen, met name dieren met smalle hoeven. In Nederland verspreidt de bacterie zich voornamelijk via de lucht. Mensen raken besmet door het inademen van de bacterie. De bacterie komt vooral in de lucht in februari tot en met mei; de lammerperiode van geiten en schapen. U kunt ook besmet raken door (indirect) contact met besmette geiten. Besmetting van mens op mens is alleen mogelijk via bloedtransfusie of bij de bevalling van een vrouw met acute of chronische Q-koorts. In het algemeen wordt daarom gezegd dat Q-koorts niet van mens op mens overdraagbaar is. Sinds 2007 zijn 50.000 tot 100.000 Nederlanders besmet geraakt (bron: Sanquin). Q-koorts komt over de hele wereld voor.

Niet iedereen die Q-koorts heeft, wordt ziek. Minder dan de helft van de mensen die besmet raakt, wordt ziek. De klachten kunnen zijn: koorts met koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn, misselijkheid en braken, diarree.

Veel mensen zijn daarna nog lange tijd moe. Als dit langer duurt dan 6 maanden kan een arts de diagnose QVS (Q-koortsvermoeidheidssyndroom) stellen. QVS leidt tot klachten als ernstige vermoeidheid, pijn, gewrichtsklachten en terugkerende infecties.

Een klein deel van de mensen ontwikkelt chronische Q-koorts, deze patiënten blijven de Q-koortsbacterie bij zich dragen. Zij kunnen (sterk) verminderde fysieke belastbaarheid en/of chronische vermoeidheid ervaren. De bacterie kan bij deze patiënten op den duur levensgevaarlijke ontstekingen aan vaten en hartkleppen veroorzaken. Zonder de juiste behandeling is chronische Q-koorts levensbedreigend.

Meer vragen over Q-koorts vindt u op de website van het RIVM.

Omdat een infectie met de bacterie die Q-koorts veroorzaakt zich door het hele lichaam spreidt, zijn veel verschillende Q-koorts symptomen mogelijk. Gemiddeld beginnen de verschijnselen 2 tot 3 weken na besmetting. Dit kan echter oplopen tot 6 weken. Duidelijke verschijnselen zijn een heftige hoofdpijn (in het acute begin) en een wisselend koortsverloop. Andere mogelijke Q-koorts symptomen zijn koude rillingen, spierpijn, zweten, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, diarree en een relatief lage hartslag. Ook kan een droge hoest en pijn op de borst voorkomen in geval van een longontsteking. Redelijk vaak komt er een leverontsteking voor zonder symptomen. Bij een chronische infectie kunnen deze symptomen tot tien jaar na de eerste oorzakelijke infectie optreden.

Symptomen acute Q-koorts (tot 6 maanden):

  • Wisselend koortsverloop
  • Heftige hoofdpijn
  • Droge hoest en/of pijn op de borst (bij longontsteking)
  • Gloeien van de koorts en koude rillingen
  • Nachtzweten
  • Pijnlijke spieren en gewrichten
  • Verminderde eetlust
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Diarree
  • Ernstige vermoeidheid
  • Relatief lage hartslag
  • Kortademigheid
  • Nekstijfheid
  • Stemproblemen
  • Verwardheid
  • Crepitaties (krakend geluid bij het bewegen)
  • Redelijk vaak komt er bij Q-koorts een leverontsteking voor zonder symptomen
  • Algehele malaise

Symptomen die langer kunnen aanblijven:

  • Moeheid tot zeer ernstige vermoeidheid (uitputting)
  • PEM, post-exertionele malaise (vermoeidheid na inspanning)
  • Nachtelijk zweten
  • Hoofdpijn
  • Spierpijn
  • Gewrichtspijn
  • Slaapstoornissen
  • Geheugen- en concentratiestoornissen
  • Terugkerende verkoudheid

Chronische Q-koorts is een zeer ernstig en gevaarlijk gevolg van Q-koorts. Bij deze vorm van Q-koorts is de levende Q-koortsbacterie nog aanwezig in het lichaam. Dit kan levensgevaarlijke ontstekingen veroorzaken aan vaten en hartkleppen. Patiënten kunnen hieraan overlijden. In Nederland zijn er meer dan 100 overledenen te betreuren ten gevolge van chronische Q-koorts.

Als je Q-koorts krijgt, is de bacterie de eerste 14 dagen in het bloed aanwezig. Die aanwezigheid van de bacterie is te testen. In deze fase heb je acute Q-koorts. Na 14 dagen is de bacterie weg uit het bloed. Bij het gros van de patiënten blijft de bacterie ook weg. Je ziet dan aan de bloedwaarden wel dat je afweerstoffen hebt aangemaakt. In het begin ligt het aantal afweerstoffen wat hoger, dan weer lager en uiteindelijk is het weg uit het bloed. Bij chronische Q-koorts – meestal tussen 6 en 12 maanden – komt de bacterie weer omhoog. Aan de bloedwaarden zie je dat de afweerstoffen weer gaan stijgen. Als Q-koorts echt chronisch is, dan vind je de levende de bacterie echt terug. Wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat de antistoffen hoog blijven, moet er gezocht worden naar infectiehaarden, ook als er in het bloed geen (stukjes) bacterie worden gevonden. Wordt er een infectiehaard gevonden, bijvoorbeeld een ontsteking van de hartklep, dan is langdurige behandeling nodig tot duidelijk is dat de ontsteking over is.

Ja, het komt af en toe voor dat mensen besmet raken met Q-koorts. Q-koorts bij de mens werd een meldingsplichtige ziekte in 1975 en sindsdien varieerde het aantal meldingen tussen de 1 en 32 per jaar met een gemiddelde van 17 patiënten per jaar. Het RIVM geeft aan dat er in 2021 7 gevallen, in 2022 10 gevallen en in 2023 6 gevallen van acute en chronische Q-koorts gemeld zijn. Het komt echter vaker voor dat mensen er jaren na de besmetting pas achter komen dat ze Q-koorts hebben opgelopen.

Ja, maar die kans is erg klein. Door het drinken van besmette, rauwmelkse (ongepasteuriseerde) geiten- of schapenmelk of producten zoals kaas die hier van gemaakt zijn, kun je besmet raken. Melk en kaas uit de Nederlandse supermarkt is altijd veilig. Daarnaast is de kans om ziek te worden van besmette melk of kaas erg klein. De bacterie die Q-koorts veroorzaakt, wordt via de lucht verspreid, door deze in te ademen kunnen mensen besmet raken met Q-koorts.

PEM staat voor Post Exertional Malaise, waarmee een verergering van klachten na (over)belasting wordt bedoeld. Klachten kunnen acuut ontstaan of ontwikkelen zich 12-48 uur na lichamelijke, cognitieve en/of emotionele inspanning. De ernst en de duur van de klachten die ontstaan, staan niet in verhouding tot de mate van geleverde inspanning, overkoepelend ook wel inspanningsintolerantie genoemd. Deze klachten kunnen dagen of in sommige gevallen weken aanhouden. Met name de uitputting geruime tijd na de belasting is typisch. Bekijk hier de factsheet over PEM met daarin meer informatie.


Er is een PEMcheck beschikbaar. Deze erkende zelftest geeft een indicatie (geen diagnose) of er aanleiding is om verder te kijken naar de inspanningsintolerantie. Let op: De vermoeidheidkliniek heeft de ‘DePaul Symptom Questionnaire’ (DSQ) van de NIH/CDC vertaald en de 5 aanvullende vragen op het gebied van PEM (DSQ-5) gedigitaliseerd voor gebruiksgemak. Nadat u het heeft ingevuld leidt het tot het promoten van hun eigen instelling. 

‘POTS’ staat voor Postural Orthostatisch Tachycardie Syndroom. Dit komt regelmatig voor bij Q-koortspatiënten voor. Dit betekent dat bij een houdingsverandering (bijvoorbeeld van liggende naar staande houding) de hartslag plots fors omhoog gaat. Hierbij ontstaan vaak diverse andere klachten (o.a. hartkloppingen, flauwvallen, hoofdpijn, vermoeidheid). Dit duidt op een dysfunctie van het autonome zenuwstelsel. Bekijk hier de factsheet over POTS met daarin meer informatie of kijk op de website www.ditispots.nl.

Ons lichaam bestaat uit meerdere zenuwstelsels; het centrale en het perifere zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel legt de verbinding tussen het centrale stelsel, de spieren en de organen en wordt onderverdeeld in het somatische en autonome zenuwstelsel. Het somatische zenuwstelsel gaat over het deel dat bewust aangestuurd kan worden, bijvoorbeeld om te praten en te bewegen. Het autonome zenuwstelsel regelt alles in je lichaam waar je niet bij na hoeft te denken zoals bijvoorbeeld je hartslag, je ademhaling, je bloeddruk, je spijsvertering, je lichaamstemperatuur etc.


Dysautonomie is een overkoepelende term die wordt gebruikt om verschillende aandoeningen te beschrijven die een verstoring van het autonome zenuwstelsel veroorzaken. Het autonome zenuwstelsel werkt dan niet goed. Er zijn verschillende oorzaken van dysautonomie, waaronder postinfectieuze syndromen (zoals post-COVID en QVS), ME/CVS, maar ook bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson. Dysautonomie komt vooral voor bij vrouwen.


Er zijn verschillende vormen van dysautonomie

  1. Dysfunctionele ademhaling: een adempatroon dat niet optimaal is en dat gekenmerkt kan worden door onregelmatigheden in de frequentie, diepte en ritme van de ademhaling.
  2. Bradycardie: een hartslag die (gemiddeld) te laag is. Het hart is dan mogelijk niet in staat om voldoende bloed rond te pompen. Bij sommige patiënten is het hart niet in staat om het lichaam van voldoende zuurstofrijk bloed te voorzien bij inspanning.
  3. Orthostatische intolerantie (OI) is een overkoepelende term voor het ontstaan van klachten bij houdingsverandering (gaan zitten/staan) door verandering in bloeddruk of hartslag. OI heeft meerdere verschijningsvormen:
    • Orthostatische hypotensie (OH): plotselinge bloeddrukdaling bij opstaan of overeind komen, met duizeligheid door verstoring van de bloedcirculatie.
    • Orthostatische hypertensie: plotselinge bloeddrukstijging bij opstaan of overeind komen.
    • Inappropriate sinus tachycardie: ongepast verhoogde hartslag.
    • Postureel orthostatisch tachycardiesyndroom (POTS): beroerd voelen bij het rechtop gaan staan of zitten met daarbij een plotselinge abnormale stijging van de hartslagfrequentie (tachycardie) waarbij de bloeddruk gelijk blijft. Bekijk de factsheet POTS voor meer informatie hierover.

Q-screen

De Q-screen is een regionaal bevolkingsonderzoek voor het opsporen van chronische Q-koorts. De Q-screen wordt uitgevoerd door huisartsen die gevestigd zijn in een straal van 5 kilometer rondom bedrijven die destijds besmet waren. Het RIVM heeft de gebieden bepaald en de huisartsenpraktijken geselecteerd. Q-support organiseert alles rondom de screening.

De uitnodiging voor de Q-screen gaat naar mensen met een bepaalde hartklep- of vaataandoening of een verzwakt afweersysteem en die woonachtig zijn in een van de geselecteerde gebieden. Zij worden door hun eigen huisarts opgeroepen om eenmalig hun bloed te laten testen, omdat zij een verhoogd risico hebben op chronische Q-koorts. Voorwaarde is dat de huisarts zich aanmeldt om deel te nemen aan dit bevolkingsonderzoek.

Als uw huisarts meedoet en u wordt geselecteerd op basis van bepaalde risicofactoren, dan kunt u tussen januari en juni 2024 een uitnodiging van uw huisarts verwachten. Deze uitnodiging ontvangt u via de post.

Chronische Q-koorts kan leiden tot ernstige problemen of zelfs tot overlijden. Patiënten met een hartklep- of vaataandoening of een verzwakt afweersysteem hebben een verhoogde kans om chronische Q-koorts te ontwikkelen. Wanneer patiënten met chronische Q-koorts vroeger opgespoord worden, dan kunnen zij eerder behandeld worden. Aanwijzingen voor chronische Q-koorts kunnen met een bloedtest worden aangetoond.

Maak eerst een afspraak via de online agenda. Neem daarna contact op met Innatoss via de contactgegevens in die agenda. Innatoss print de brief opnieuw voor u uit en zorgt dat de brief op de prikpost ligt op de dag van de afspraak.

Het bloedonderzoek in de tijdelijke priklocatie is gratis. De zorgverzekering dekt de kosten voor het eventuele vervolgonderzoek. Houd wel rekening met uw eigen risico.

U krijgt uw bloeduitslag via uw huisarts. Vanaf het moment van bloedprikken duurt het ongeveer vier weken voordat uw huisarts de uitslag binnen heeft.

Als er aanwijzingen voor chronische Q-koorts in uw bloed zijn gevonden, zal uw huisarts u verwijzen naar het ziekenhuis voor vervolgonderzoek. Mocht u na vervolgonderzoek werkelijk chronische Q-koorts hebben, dan zal u waarschijnlijk langdurig worden behandeld met antibiotica. Dit wordt door veel patiënten ervaren als een langdurige en belastende behandeling.

Er was (en is) nog veel onbekend over Q-koorts. Aanvankelijk werd gedacht dat chronische Q-koorts tot een paar jaar na de besmetting kan ontstaan. Na verloop van tijd werd duidelijk dat het veel langer na de besmetting nog kan ontstaan en dat het vaak pas veel te laat werd ontdekt. Tussen 2018 en 2021 heeft het RIVM huisartsen geholpen bij het opsporen van Chronische Q-koorts. Dat onderzoek was een pilot van de Q-screen die we nu uitvoeren.

Het onderzoek van het RIVM was een pilot. Er is toen onderzocht of en hoe dit bevolkingsonderzoek naar chronische Q-koorts uitgevoerd kan worden en tegen welke kosten. De uitslag was dat een regionaal bevolkingsonderzoek in gebieden in een straal van 5 kilometer rondom destijds besmette bedrijven uitvoerbaar en kosteneffectief is.

Nee, dat kan niet. De Q-screen is beperkt tot geselecteerde huisartsen in specifieke gebieden. Een bloedtest naar chronische Q-koorts kan overigens door elke huisarts worden aangevraagd. Bij veel huisartsen is chronische Q-koorts echter onvoldoende bekend en een bloedtest is ook niet altijd nodig. Meer informatie is terug te vinden in de LCI richtlijn. Neem bij vragen contact op met Q-support.

Let op: de kosten voor het bloedprikken en de bloedtest gaan in dit geval af van het eigen risico.

Nee, dat kan niet. De Q-screen is beperkt tot geselecteerde huisartsen in specifieke gebieden. Het blijft een vrijwillige keuze van deze huisartsen om deel te nemen aan het onderzoek. U kunt uw huisarts wel zelf benaderen over deelname aan de Q-screen. Indien gewenst kan uw huisarts alsnog deelnemen aan de Q-screen.

Op de webpagina over de Q-screen vindt u een overzicht van deelnemende huisartsen. Alleen patiënten van deze huisartsen worden uitgenodigd voor de Q-screen.

Helaas vallen deze mensen buiten het screeningsgebied. Dat is een gevolg van de gekozen selectiemethode. We willen het wel graag weten als deze situatie zich voordoet. Mail naar: Q-screen@q-support.nu onder vermelding van de 4 cijfers van uw postcode, de naam van uw huisartsenpraktijk en de 4 cijfers van de postcode van de huisartsenpraktijk.

Mensen kunnen zich laten testen via hun eigen huisarts. Niet elke huisarts is voldoende bekend met chronische Q-koorts, ook is een bloedtest niet altijd nodig. Meer informatie is terug te vinden in de LCI richtlijn. Neem bij vragen contact op met Q-support.

Let op: de kosten voor het bloedprikken en de bloedtest gaan in dit geval af van het eigen risico.

Behandelingen

Acute Q-koorts:
Verloopt meestal mild met een spontaan herstel na 1 tot 2 weken. Behandeling met een antibioticum kan de ziekteduur bekorten en mogelijk de kans op complicaties verminderen. Artsen kunnen dit voorschrijven.

QVS, Q-koortsvermoeidheidssyndroom:
Is moeilijk te behandelen. Verschillende patiënten hebben baat bij fysiotherapie (beweegprogramma), ergotherapie en revalidatie. De effecten verschillen van patiënt tot patiënt.

Chronische Q-koorts:
Een standaard voor de behandeling van deze patiënten ontbreekt. Het algemene beleid is dat een combinatie van twee middelen wordt aanbevolen, waaronder ten minste doxycycline. De geadviseerde minimumduur van de behandeling varieert, afhankelijk van de focus, van 18 maanden tot 4 jaar. Naast een behandeling met antibiotica kan chirurgie noodzakelijk zijn (hartklepoperatie, vaatreconstructie).

In samenspraak met QVS-patiënten en in combinatie met recent onderzoek zoals NICE meent Q-support dat de aanbevelingen voor Cognitieve Gedragstherapie (CGT), en met name graded exercise therapy (GET), niet langer geldig zijn. Q-support stelt, anders dan de handreiking nu adviseert, dat CGT niet langer aangeboden moet worden, tenzij de patiënt daar zelf om vraagt.

De zogenoemde motiverende gespreksvoering is er op gericht de patiënt serieus te nemen. Om ervoor te zorgen dat de behandeling altijd vrijwillig is en het resultaat is van het gesprek tussen behandelaar en patiënt. Het gaat niet om de motivatie van patiënten om iets aan hun ziekzijn te doen. Zie ook dit gesprek over de handreiking en de richtlijn.

Nee, wij kunnen geen behandelingen regelen. Wij kunnen u wel adviseren over de mogelijkheden. Een verwijzing kunt u alleen bij uw huisarts of medisch specialist aanvragen. Via uw zorgverzekeraar regelt u de behandelingen.

Vanuit het basispakket krijgt u logopedie, 10 uur ergotherapie en 3 uur advies van een diëtist vergoed. U betaalt wel eigen risico voor deze zorg. Is uw eigen risico (al) op? Dan worden de kosten vergoed uit de basisverzekering. Bent u aanvullend verzekerd voor bijvoorbeeld fysiotherapie? Dan krijgt u die vergoed vanuit uw aanvullende verzekering. Neem contact op met uw zorgverzekeraar over uw vergoeding.

Helaas is dit niet mogelijk. Q-support heeft hiervoor geen budget. De zorgverzekeraar vergoedt het beweegprogramma niet omdat het wetenschappelijk onderzoek dat is gedaan, te kleinschalig is geweest om er conclusies aan te verbinden. U kunt bij uw gemeente vragen de kosten van het beweegprogramma te vergoeden. Er zijn verschillende gemeenten die hiertoe bereid zijn. Zij hebben hiervoor een specifieke regeling getroffen. Uw nazorgadviseur kan u verder informeren.

Aanmelden

U kunt zich aanmelden bij Q-support als u lange tijd na uw besmetting nog klachten heeft. Dit kunnen fysieke klachten zijn zoals extreme vermoeidheid of geestelijke klachten zoals angst en somberheid. U kunt zich ook aanmelden met problemen op uw werk, een herkeuring of terugval in inkomen. Of voor de contacten met uw gemeente, WMO adviseur of zorgverleners die onbekend zijn met de ziekte. Wij kijken naar álle gevolgen van de klachten die u heeft. En wat er nodig is om uw situatie te verbeteren.

Nee, u betaalt geen kosten voor hulp die u van Q-support krijgt. Ook het gebruik van Solvio is voor u gratis (Q-support betaalt deze kosten).

Adviseert uw nazorgadviseur bepaalde behandelingen? Neem dan altijd contact op met uw zorgverzekeraar. Die kan u meer vertellen over de vergoedingen die u krijgt voor bepaalde zorg.

U kunt zich aanmelden bij Q-support als u Q-koorts heeft gehad en daar blijvende klachten van ondervindt. Q-support is er voor alle Q-koortspatiënten die vaak jaren na hun besmetting nog klachten hebben.

Online dossier Solvio

Uw online dossier in Solvio werkt het gemakkelijkste op uw laptop of PC. Q-support heeft de volgende handleidingen opgesteld:

  1. Account aanmaken in Solvio
  2. Solvio PC of laptop
  3. Solvio mobiele apparaten

Deze handleidingen vindt u hier.

Solvio is de nieuwe naam voor Online Zorgplan (OZP).

Nee, u hoeft niets te betalen voor Solvio. De tarieven die op de website van Solvio staan, gelden voor Q-support, niet voor u als patiënt.

Neem contact op met uw nazorgadviseur voor het versturen van een nieuwe link. Heeft u het telefoonnummer van uw nazorgadviseur niet (meer)? Bel dan naar het secretariaat op 073 6100010, zij verbinden u door. Het secretariaat is bereikbaar van maandag t/m donderdag van 09.00 – 17.00 uur en vrijdag van 09.00 – 13.00 uur.

Het is mogelijk dat u uw wachtwoord niet meer weet of dat uw wachtwoord van Solvio na een periode niet meer werkt. Vanwege het veiligheidsbeleid verzoekt Solvio om na een periode van inactiviteit van 6 maanden een nieuw wachtwoord aan te maken. U kunt in beide gevallen een nieuw wachtwoord aanmaken door de volgende stappen te ondernemen:

  1. Ga naar de inlogpagina van Solvio, en klik daar op de link ‘Ik kan niet meer inloggen’.
  2. Vul uw gebruikersnaam of e-mailadres in en klik op ‘Versturen’.
  3. U krijgt een e-mail waarmee u uw account opnieuw kunt instellen.

1. Ga naar de inlogpagina van Solvio.
2. Vul uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop ‘Inloggen’.
3. U krijgt een verificatiecode via e-mail of een speciale app. Dit is een persoonlijke code die uw account extra beveiligt.
4. Vul de verificatiecode in en klik op de knop ‘Verifiëren’.

Of raadpleeg de handleidingen op deze pagina.

Bekijk eerst de handleiding account aanmaken in Solvio op deze website.

Kijk bij de veelgestelde vragen op de website van Solvio of het antwoord op uw vraag hier tussen staat. Als u het antwoord niet vindt, neemt u contact op met de helpdesk van Solvio: 050 210 02 55. De helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur.

Medewerkers van Solvio kunnen u niet helpen met inhoudelijke vragen, zij hebben geen toegang tot uw dossier. Neem in dat geval contact op met het secretariaat van Q-support: 073 6100010. Het secretariaat is bereikbaar van maandag t/m donderdag van 09.00 – 17.00 uur en vrijdag van 09.00 – 13.00 uur.

Vaccineren

Sommige mensen kunnen nog steeds erg ziek worden door het coronavirus. Bijvoorbeeld vanwege hun leeftijd, chronische ziekte, of afweer-onderdrukkende medicijnen. De coronavaccinatie is dit najaar beschikbaar voor de volgende groepen:

  • Mensen vanaf 60 jaar.
  • Mensen van 18 tot en met 59 jaar die ieder jaar een uitnodiging voor de griepprik krijgen.
  • Kinderen en volwassenen die erg ziek kunnen worden door corona (bijvoorbeeld door een ernstige afweerstoornis).
  • Zorgmedewerkers die direct contact hebben met kwetsbare patiënten.

Hoort u niet bij een van de bovenstaande doelroepen, maar wilt u wel een coronavaccinatie halen? Bijvoorbeeld omdat u een kwetsbaar gezinslid heeft of op advies van een behandelend arts? Dan kunt u hiervoor een afspraak maken bij de GGD.

(bron RIVM)

Wanneer u chronische klachten heeft en/of tot mensen met een risicoprofiel behoort, is er meer kans op heftig ziek worden bij een coronabesmetting.

Bij chronische Q-koortspatiënten is het immuunsysteem verzwakt en de weerstand verminderd. Het immuunsysteem bij mensen met QVS (het Q-koortsvermoeidheidssyndroom) is chronisch overactief wat veel van uw lichaam vraagt. Voor beide groepen geldt dat extra bescherming en vaccineren aan te raden is. Daarnaast zijn mensen die door Q-koorts ernstige luchtweginfecties hebben gehad en vatbaar zijn voor longontstekingen, in principe kwetsbaarder voor COVID-19. Ook voor mensen met doorgemaakte Q-koorts geldt dat vaccineren verstandig is.

Twijfelt u over uw vaccinatie? Bespreek het met uw huisarts of bel met de Twijfel Telefoon, dagelijks tussen 08.30 en 13.00 uur te bereiken op: 088-755 57 77. 

Kijk altijd op de website van het RIVM voor de meest actuele informatie over vaccinatie.

De klachten die u nu heeft kunnen door de vaccinatie (tijdelijk) minder worden of toenemen. Maar het kan ook zijn dat uw klachten hetzelfde blijven. Hier is nog geen onderzoek naar gedaan. Hoe dan ook, de risico’s van een nieuwe coronabesmetting zijn groter dan de mogelijke bijwerkingen van de vaccinatie. 

Tip! Probeer voldoende rust te nemen in de dagen voor en na uw vaccinatie. Zo beschermt u uw lichaam tegen overbelasting. 

Q-support volgt de richtlijnen van het RIVM. Kijk altijd op de website van het RIVM voor de meest actuele informatie over vaccinatie.

Bij twijfel kunt u bellen met de Twijfel Telefoon, dagelijks tussen 08.30 en 13.00 uur te bereiken op 088-755 57 77. 

De apotheken in Nederland hebben geen coronavaccins. Ook uw huisarts heeft geen rol in het toedienen van coronavaccinaties. Als u om gezondheidsredenen niet in staat bent om naar de vaccinatie locatie te komen, dan kunt u bellen voor een afspraak: 0800-7070.

De reactie op een vaccinatie kan per keer verschillen. Het is daarom moeilijk te voorspellen of en welke bijwerkingen u zult ontwikkelen na vaccinatie. De meeste klachten na vaccinatie zijn mild en kortdurend van aard. De meest voorkomende bijwerkingen zijn koorts, vermoeidheid, hoofdpijn en spierpijn.  

Indien u eerder vervelende bijwerkingen heeft gehad op een vaccinatie, kunt u dit van tevoren bespreken met uw behandelend (huis)arts. Hij of zij kan dan met u meedenken of een ander type vaccin dan de vorige keer wellicht verstandiger is.

De keuze voor wel of niet vaccineren blijft een individuele afweging en is persoonlijk. Mocht u besluiten tot vaccinatie zorg dan voor een goede balans tussen activiteiten en rust in de dagen rondom de vaccinatie.

  • Pas goede handhygiëne toe en vraag dit ook aan huisgenoten en bezoek.
  • Vermijd contact met mensen die klachten hebben die passen bij een luchtweginfectie (zoals hoesten, niezen, keelpijn en een loop- of snotneus).
  • Indien het toch nodig is om contact te hebben, denk dan aan het dragen van mondkapjes, extra handhygiëne en niezen of hoesten in de elleboog.
  • Zorg voor voldoende ventilatie van binnenruimtes.

Zorgprofessionals

Ja, dat kan. Vul ons contactformulier in. Een van onze medisch adviseurs neemt dan contact met u op.

Met een aantal academische ziekenhuizen hebben we contact over wetenschappelijke onderzoeken die daar lopen. Verder nemen onze medisch adviseurs contact op met de behandelaren in het ziekenhuis, als dat nodig is. Dat doen ze altijd in overleg met de patiënt.

Patiënten kunnen zich via onze website zelf aanmelden bij Q-support, u hoeft hen niet door te verwijzen. Patiënten die lange tijd na hun besmetting nog klachten hebben, kunnen zich bij ons aanmelden. We geven advies over mogelijke behandelingen van hun aanhoudende klachten, dekking van de kosten, of bij problemen met werk en inkomen. We geven zelf geen medische behandelingen.

Q-support doet zelf geen wetenschappelijk onderzoek en heeft ook geen budget om onderzoek uit te zetten. We hebben wel een adviserende rol. Zo stimuleren we onderzoek naar (de gevolgen van) Q-koorts. En beoordelen we onderzoeksaanvragen, bijvoorbeeld bij ZonMw. 

Momenteel loopt er wel een onderzoek van Q-support in samenwerking met Erasmus MC: de QVS database.

Zie www.q-support.nl/onderzoek

QVS database

Nee, dat is niet zinvol. De QVS database heeft niet de geschikte onderzoeksopzet om dit op een wetenschappelijke waardevolle manier op te zetten; het is een vragenlijstonderzoek en geen biomedisch onderzoek. Daarbij zullen QVS patiënten geïncludeerd worden in het Biobank onderzoek en dit zal wetenschappelijk veel waardevollere informatie opleveren.

Op individueel niveau wordt op indicatie door een medisch adviseur nog wel eens bloedonderzoek aangevraagd. Het gaat dan om het uitsluiten van chronische Q-koorts; de enige reden om bij patiënten waarvan we al weten dat ze Q-koorts doorgemaakt hebben of QVS hebben, bloedonderzoek naar Q-koorts te doen.

Alleen in jaar 1 is bloedonderzoek gedaan om andere oorzaken uit te sluiten.

Ja, als u vragenlijst heeft ingestuurd en u bedenkt zich later dan kunt u alsnog vragen om een medisch adviesgesprek. Stuur in dit geval een mail naar qvsdatabase@q-support.nu of bel: 073 – 610 00 10

Alle mensen die bij Q-support zijn ingeschreven met QVS, QVS gelijkende klachten en doorgemaakte Q-koorts worden uitgenodigd. Per jaar kan dit aantal iets wisselen door nieuwe aanmeldingen of uitschrijvingen.

PEM staat er wel bij maar wordt in de vragenlijst ‘klachten na mentale of fysieke inspanning’ genoemd. In de publiekssamenvattingen van jaar 1 en jaar 2 werd PEM beschreven onder het kopje ‘klachten na inspanning’. Vanaf jaar 3 staat het onder ‘Post-exertionele malaise (PEM)’.

Bekijk hier de factsheet over PEM.

Op basis van de resultaten tot nu toe kunnen we dit nog niet goed zien. Een groep patiënten lijkt wel degelijk achteruit te gaan. Na het analyseren van de gegevens van alle vier de onderzoeksjaren kunnen we hier meer over zeggen.

Tijdens het meerjarige QVS database onderzoek ontvangt iedere deelnemer jaarlijks een persoonlijk overzicht; een overzichtelijke samenvatting van uw antwoorden. Aan de vragenlijst van jaar 2 waren enkele nieuwe of aangepaste modules toegevoegd. Bijvoorbeeld over de invloed van QVS op uw gezin, uw leefstijl en uw omgang met QVS-klachten. Het persoonlijk overzicht deel 2 is een weergave van deze nieuwe modules. Deelnemers hebben dit uitsluitend in jaar 2 ontvangen.

Nee, het is op dit moment niet meer mogelijk alsnog in te stromen.

Ja, in de vragenlijst van jaar 3 is dit onderwerp verder uitgebreid.

De klachten die kunnen voorkomen bij QVS, zijn niet specifiek. Dat wil zeggen dat de klachten ook door andere aandoeningen kunnen worden verklaard. Bloedonderzoek kan helpen om andere aandoeningen uit te sluiten.

Nee, dit onderzoek wordt alleen de eerste keer dat u meedoet aan de QVS database gevraagd als voorbereiding op het medisch adviesgesprek. De medisch adviseurs hebben bij de aanvang van het QVS onderzoek een breed bloedonderzoek aangevraagd. Voor volgende jaren liggen daarmee de uitgangswaarden vast en is het niet meer nodig het bloed opnieuw op al die waarden te onderzoeken. Het bloedonderzoek en het medisch adviesgesprek zijn overigens niet verplicht voor deelname aan het QVS database onderzoek.

Nee, het bloedonderzoek is niet gratis. De kosten worden vergoed uit de basisverzekering waarbij u altijd eerst uw eigen risico verbruikt. Is uw eigen risico nog niet op, dan vallen de kosten van dit onderzoek hieronder. Het onderzoek wordt alleen aangevraagd bij de eerste keer dat u deelneemt aan het QVS database onderzoek.

Dit is een overzicht van de resultaten van een groep patiënten die wat betreft leeftijdscategorie en geslacht het zelfde zijn. Het is als man van 60 bijvoorbeeld niet zo zinvol om uw resultaten te vergelijken met een vrouw van 30.

Na het invullen van de vragenlijst ontvangt u een persoonlijk overzicht van uw persoonlijke resultaten. Wanneer alle deelnemers aan het onderzoek de vragenlijst hebben ingestuurd, worden de gegevens (anoniem) verwerkt en geanalyseerd door het Erasmus MC. We stellen dan de gemiddelde persoonlijke overzichten op waarmee u uw eigen resultaten kunt vergelijken. Er zijn zes verschillende groepen:

1. Mannen tot 40 jaar
2. Mannen van 40 tot 65 jaar
3. Mannen vanaf 65 jaar
4. Vrouwen tot 40 jaar
5. Vrouwen van 40 tot 65 jaar
6. Vrouwen vanaf 65 jaar

De gemiddelde persoonlijke overzichten vindt u op de pagina’s over de QVS database:

 

Nee, het is niet verplicht. De keuze is aan u of u hiervan gebruik wilt maken. Tijdens het gesprek worden de resultaten van uw vragenlijst besproken en is er voldoende ruimte voor het stellen van vragen.

Focusgroepen zijn groepen patiënten die meekijken met verschillende onderdelen van het onderzoek. Ze bekijken o.a. de vragenlijst, publiekssamenvatting, persoonlijk overzicht. Ook denken ze mee hoe de resultaten van het onderzoek gebruikt en ingezet kunnen worden. Op deze manier sluit het onderzoek goed aan op de wensen en verwachtingen van de patiënten.

U vindt uw resultaten in uw online dossier in Solvio. 

  1. Log in op Solvio
  2. Ga naar ‘mijn dossiers’
  3. Klik op uw naam
  4. Ga naar ‘Documenten en bijlagen’
  5. Download het bestand ‘QVS database2021 persoonlijk overzicht’

U vindt hier meer informatie Solvio en praktische handleidingen

Wanneer u klachten ervaart die passen bij QVS, maar u voldoet niet aan de criteria om de diagnose QVS te stellen, dan noemen we dat ‘QVS gelijkend’.

Geen antwoord op uw vraag?

Stel uw vraag direct via ons contactformulier. U krijgt zo snel mogelijk antwoord van een van onze specialisten.

Contactformulier

Wilt u op de hoogte blijven?

Wij versturen een aantal keer per jaar een nieuwsbrief.