“De afgelopen jaren overleden 100 mensen door dierziekten”, zei Frank Wassenberg van Partij voor de Dieren op NPO Radio 1. De vraag is: klopt dat eigenlijk wel?
Allereerst moeten we weten waar Wassenberg eigenlijk op doelde met zijn uitspraak. Hij legt uit dat hij zich baseert op het rapport ‘Opkomende voedselveiligheidsrisico’s’ van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Dat rapport spreekt over 95 doden door de Q-koorts bacterie, tussen 2007 en 2011. Daarnaast noemt het rapport 4 doden als gevolg van salmonellabacteriën op zalm in 2012. Wassenberg telt daar 3 doden door de listeria-bacterie bij op en komt daarmee op 102.
Duizenden mensen ziek
Het klopt dus dat er de afgelopen jaren ongeveer honderd mensen zijn overleden door dierziekten. Maar er zijn meer ziekten die voortkomen uit de dierhouderij, en ook daar overlijden mensen aan, zegt Arjen van de Giessen, hoofd zoönosen en omgevingsmicrobiologie van het RIVM. Het zijn zoönotische ziekten die hun oorsprong vinden in de dierhouderij en uiten zich in virussen, parasieten en bacteriën. Jaarlijks worden daar duizenden mensen ziek van.
Naar schatting overlijden daaraan jaarlijks honderd mensen. “Vooral jonge kinderen, ouderen en zwangeren lopen gevaar”, zegt Alfons Olde Loohuis van Q-support, een organisatie die mensen met Q-koorts begeleidt en adviseert. Hij vertelt dat er afgelopen jaar nog 3 mensen overleden als gevolg van chronische Q-koorts.
Feit of fictie?
We beoordelen de bewering van Frank Wassenberg als feit. De afgelopen tien jaar overleden alleen al door de Q-koorts 94 mensen. Maar, daar bovenop komen de 100 doden per jaar als gevolg van bacteriën als salmonella en listeria. Daarmee kom je ruim boven de honderd doden ‘in de afgelopen jaren’.