Verschillende varianten van de bacterie
Er zijn verschillende stammen van de bacterie, sommige daarvan kunnen mensen gemakkelijker besmetten dan andere. Sommige varianten veroorzaken sneller klachten voor zwangere vrouwen dan andere. De stam die de grote Q-koortsuitbraak in Nederland tussen 2007 en 2011 veroorzaakte, gaf bijvoorbeeld weinig problemen voor zwangere vrouwen. Onderzoekers van het WBVR (Wageningen Bioveterinary Research) doen nog onderzoek naar de stam.
Het effect van de bacterie
De incubatietijd voor Q-koorts is 7-32 dagen (mediaan 18 dagen). Een gedeelte van de mensen (40%) die besmet raakt met Coxiella Burnetii ervaart acute klachten (soms gedurende enkele weken), sommigen ervaren maandenlang wisselende klachten. Acute Q-koorts kan ook asymptomatisch verlopen, de meeste mensen (60%) merken het niet of nauwelijks.
Na de besmetting zijn er drie mogelijkheden:
- Men geneest helemaal: acute Q-koorts is een ziekte die over het algemeen vanzelf overgaat.
- Men ontwikkelt Q-koortsvermoeidheidsyndroom (QVS): Ongeveer 20% van de mensen die de besmetting met de bacterie als symptomatische infectie hebben doorgemaakt ontwikkelen QVS, een postinfectieuze aandoening met langdurige klachten na een infectie. Het vertoont overeenkomsten met post-COVID, de ziekte van Pfeiffer en met langdurige klachten na het doormaken van een longontsteking.
- Men ontwikkelt (meestal na langere tijd) chronische Q-koorts. Ongeveer 2% van de mensen die acute Q-koorts of een asymptomatische infectie doormaken, ontwikkelen een chronische infectie.
Q-koorts is een meldingsplichtige ziekte groep C.
Risicogroepen, chronische Q-koorts en QVS
- Tot de risicogroepen behoren zwangeren, patiënten met een vaataandoening (aneurysma, vaatprothese), patiënten met een al bestaande hartafwijking (hartklepproblemen, hartklepprothese of een kunstklep), patiënten met een afweerstoornis. Er zijn ook aanwijzingen dat immunosuppressie een risicofactor is voor chronische Q-koorts.
- Overleg of verwijs zwangeren en mensen die tot een van de risicogroepen behoren en een acute Q-koortsinfectie hebben. Diagnostiek en behandeling kan worden besproken met een arts infectieziektebestrijding van de GGD en/of met een internist-infectioloog. Bekijk voor gegevens het overzicht van internist-infectiologen in Nederland.
- Voor de risicogroepen geldt tegenwoordig dat langere behandeling en intensievere follow-up aangeraden wordt. Alle mensen met klachten bij wie een acute Q-koortsinfectie wordt bevestigd worden behandeld met antibiotica. Bij volwassenen met een pneumonie of een risicofactor wordt antibiotica al bij diagnostiek ingezet. Er zijn ook aanwijzingen dat er minder kans is op Q-koortsvermoeidheidssyndroom en zeker op chronische Q-koorts.
- Behandeling: doxycycline is eerste keus bij niet zwangere volwassenen; bij zwangeren en kinderen trimethoprim-sulfamethoxazol.
Diagnose en behandeling
Bekijk hieronder onze folder voor zorgprofessionals en lees meer over de diagnose en behandeling van de verschillende vormen van Q-koorts. Voor verschillende (zorg)professionals is meer informatie te vinden op de pagina over richtlijnen en handreikingen met betrekking tot Q-koorts en QVS.
- Bekijk het stroomdiagram voor huisartsen t.b.v. signalering diagnostiek en follow-up van acute Q-koorts.
- Bekijk het stroomdiagram bij zwangeren t.b.v. de signalering diagnostiek en follow-up van acute Q-koorts.
- Heeft u behoefte aan persoonlijk overleg met een collega huisarts over een patiënt met Q-koorts, of over de lange termijn gevolgen neem dan contact op via info@q-support.nu
- Heeft u behoefte aan een nascholing, vraag deze dan hier aan.