Op deze pagina:
Webinar over opzet en voortgang onderzoek
Oktober 2023In het Wilhelmina Kinderziekenhuis loopt al enkele jaren een onderzoek naar jongeren met QVS. Onderzoekers Joost Swart, Niels Eijkelkamp en Anouk Vroegindeweij hebben in oktober 2023 in een webinar uitleg gegeven over het complete onderzoek en de resultaten die gepubliceerd zijn en die nog gaan volgen.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder gepersonaliseerde leefstijladviezen om grip te krijgen op chronische vermoeidheidsklachten en onderzoek naar lichamelijke aanwijzingen voor aanhoudende klachten na het doormaken van Q-koorts. Hiervoor wordt bloed, speeksel, ontlasting en plukjes haar vergeleken met gezonde jongeren. Behalve jongeren met Q-koorts (QVS) worden ook jongeren met ME/CVS, post-COVID en jeugdreuma onderzocht.
Nadat de onderzoeksopzet was uitgewerkt en goedgekeurd, is het team op zoek gegaan naar deelnemers. Dit werd bemoeilijkt door de coronapandemie. Ook bleek het lastig om gezonde jongeren te vinden die wilden deelnemen als controlegroep. Uiteindelijk is het gelukt om voldoende patiënten, broers, zussen en vrienden te vinden.
Onderzoeksopzet in beeld
Persoonlijk leefstijladvies
Dagboekjes en gepersonaliseerd leefstijladvies
Alle deelnemers hebben een dagboekje bijgehouden op de smartphone. Het dagboekje bestond uit standaardvragen die voor iedereen hetzelfde waren en gepersonaliseerde vragen die de deelnemers zelf hadden gekozen. Het dagboekje werd een maand lang bijgehouden om in kaart te brengen welke factoren uit het dagelijks leven samenhingen met de vermoeidheid. De gegevens zijn geanalyseerd met behulp van dynamische netwerkanalyses. Op basis hiervan zijn persoonlijke leefstijladviezen geformuleerd waar deelnemers zich 12 weken aan hielden om te kijken of het de vermoeidheid kon verlichten.
Wetenschappelijke publicatie (april 2023)
Her eerste wetenschappelijke artikel in dit onderzoek is in april 2023 gepubliceerd. Deze publicatie ging over de effectiviteit van gepersonaliseerde leefstijladviezen. Er bleek tussen de deelnemers veel verschil tussen welke factoren met vermoeidheid samenhingen en of die factoren de vermoeidheid zwaarder of juist lichter maken. Het bleek zinvol om gepersonaliseerde leefstijladviezen te geven. Dit sluit aan op de ervaring van Q-support dat geen enkele Q-koortspatiënt hetzelfde is en iedereen een persoonsgerichte behandeling en advies nodig heeft.
Leefstijladvies op groepsniveau
Het volgende onderdeel van het onderzoek is om op groepsniveau te analyseren of het persoonlijk leefstijladvies de vermoeidheid heeft verminderd en het gevoel van controle hebben over je klachten en de kwaliteit van leven heeft verhoogd. Nadat het op groepsniveau is geanalyseerd, wordt het vervolgens op individueel niveau geanalyseerd. Dat levert meer details op over welk advies voor wie effectief is geweest en waarom. Over beide analyses worden aparte wetenschappelijke artikelen geschreven, die eerst door andere onderzoekers worden gecontroleerd voordat deze inderdaad worden gepubliceerd (peer review). Dit proces duurt meerdere maanden.
Publicatie december 2023
In december 2023 is een wetenschappelijk artikel gepubliceerd over over de groepsresultaten van de zelfmanagement-interventies. Beide zelfmanagementstrategieën, het gepersonaliseerde leefstijladvies en het algemene voedingsadvies, bleken in de totale groep nuttig om ernstige vermoeidheid te verminderen. Echter, de onderzoekers benadrukken dat het gerapporteerde ‘gemiddelde interventie-resultaat’ niet voor alle deelnemers evenveel voordeel opleverde. Bij de patiënten met QVS verminderde de vermoeidheid maar bij ongeveer 27% van hen. Het is daarom niet wenselijk om automatisch iedereen een leefstijl- of voedingsadvies aan te bieden. Er wordt momenteel verder geanalyseerd om inzicht te krijgen in welke strategie het meest geschikt is voor een individuele patiënt.
Hieronder vindt u een Nederlandstalige samenvatting van de resultaten en het wetenschappelijke artikel (Engels).
Biomedisch onderzoek
Bij de deelnemers zijn verschillende lichaamsmaterialen afgenomen: bloed, speeksel, ontlasting en haar. Deze materialen worden geanalyseerd in het laboratorium. Om dit te kunnen doen, zijn vijf onderzoekers getraind om gelijktijdig verschillende analyses te kunnen uitvoeren. Ze gebruiken hiervoor zeer gecompliceerder apparaten. Door ziekte en kapotte onderdelen zijn de analyses vertraagd waardoor de resultaten verlaat beschikbaar zijn gekomen.
De lichaamsmaterialen die zijn afgenomen kunnen helpen om vragen te beantwoorden zoals: zijn er veranderingen in immuun cellen zichtbaar? Zijn er storingen tussen het immuunsysteem en het zenuwstelsel? Zijn de energiefabrieken (mitochondriën) aangedaan? Op welke manier? Welke stoffen maken alle cellen aan? Zien we verschillen tussen patiëntgroepen? Behalve dit onderzoek, zijn de onderzoekers ook betrokken bij andere biologische onderzoeken naar ME/CVS en post-COVID. Men heeft verschillen en overeenkomsten gevonden tussen de verschillende postinfectieuze aandoeningen.
Publicatie eerste resultaten haarcortisol (september 2024)
- De haarcortisolwaarden van de QVS-groep en ME/CVS-groep waren significant lager dan die van de controlegroep. Dat betekent dat het verschil tussen deze twee patiëntgroepen en de controlegroep zo groot was dat het vrijwel zeker niet door toeval gevonden is.
- Uiteindelijk waren de waarden van haarcortisol in de ME/CVS-groep het laagst en die van de jeugdreumagroep het hoogst.
- Kijkend naar alle patiënten met een vermoeidheidssyndroom (QVS, ME/CVS en post-COVID) in één groep, bleek dat zij gezamenlijk nog steeds een lagere haarcortisolwaarde hadden dan de controlegroep en de jeugdreumagroep. Dit kan betekenen dat ook bij patiënten met post-COVID de haarcortisolwaarden lager kunnen liggen, maar dit zal met een grotere groep patiënten opnieuw onderzocht moeten worden om daar zeker van te zijn.
Relatie tussen haarcortisol en ernst van symptomen
- In het onderzoek werd een aantal symptomen met vragenlijsten gemeten bij deelnemers, zoals slaap-, energie-, en concentratieproblemen. Het bleek dat bij alle groepen sprake was van het volgende verband: hoe lager de cortisolwaarden, hoe sterker de symptomen aanwezig waren.
- Opvallend was dat de QVS-groep de enige groep was die afweek van dit verband. In deze groep zagen we juist: hoe lager de cortisolwaarden, hoe lichter de symptomen aanwezig waren. Mogelijk betekent dit dat cortisol een andere rol speelt bij QVS-symptomen – maar daar kunnen we op basis van alleen dit onderzoek geen definitieve conclusies aan verbinden. Meer onderzoek zal nodig zijn om duidelijkheid te scheppen over wat hier op biologisch vlak gebeurt.
Lees hierover meer in de Nederlandse samenvatting, beschikbaar via onderstaande link. Het onderzoeksteam werkt nu hard door aan het analyseren, uitschrijven en publiceren van de overige biologische resultaten. Naar verwachting kunnen deze resultaten in 2025 worden gedeeld.
Bekijk ook het nieuwsbericht op onze site.
Communicatie met deelnemers
De deelnemers aan het onderzoek zijn niet bekend bij Q-support. Vanwege privacywetgeving en richtlijnen van het ziekenhuis, worden deze gegevens vanzelfsprekend niet gedeeld. Q-support kan deelnemers dus niet persoonlijk op de hoogte houden van de voortgang van het onderzoek. Via de website en nieuwsbrief zullen we iedereen die geïnteresseerd is, informeren over de toekomstige resultaten van het onderzoek. Het onderzoeksteam informeert Q- support over toekomstige publicaties en nieuwe doorbraken in het onderzoek. Via de website en nieuwsbrief zullen we iedereen die geïnteresseerd is hier van op de hoogte brengen. Ben je zelf een jongere met QVS en wil je in contact komen met lotgenoten of heb je andere behoeftes of ideeën? Neem contact op met je nazorgadviseur, die helpt je graag verder.