Op 22 april 2024 is een besmetting met Q-koorts vastgesteld op een melkschapenbedrijf in het Gelderse Brakel. Wij zijn, net als vele patiënten, door dit bericht geschrokken. Het is de eerste keer sinds 2016 dat in Nederland een bedrijf de Q-koorts besmetstatus verkrijgt. Q-support is hierover direct door VWS geïnformeerd en staat hierover in nauw contact met hen.
Niet gevaccineerd
Onderzoek heeft aangetoond dat een deel van de jonge melkschapen niet waren gevaccineerd tegen Q-koorts, ondanks de verplichting hiertoe. Het ministerie van LNV heeft besloten om alle besmette dieren te euthanaseren en adviseert dat alle niet-gevaccineerde dieren geslacht worden.
Risico volksgezondheid
Het RIVM, in overleg met de NVWA, schat het risico voor de volksgezondheid momenteel als laag in. Er zijn geen abortusstormen bij de drachtige dieren geweest en er zijn lage niveaus van de bacterie in de melk aangetroffen, wat de kans op aerosoloverdracht minimaliseert. Voor mensen die in direct contact kunnen komen met de schapen is het risico op besmetting wel aanwezig. Daarom is het bezoekersverbod ingesteld en heeft de NVWA de houder geïnstrueerd over persoonlijke beschermingsmaatregelen. Er is een waarschuwingsbord geplaatst bij het bedrijf en de locatie is zichtbaar gemaakt op de website van de NVWA.
De lokale bestuurders en de GGD Gelderland – Zuid zijn op de hoogte gesteld. Het RIVM houdt nauw contact met de GGD om eventuele onrust onder omwonenden te monitoren en adequaat te adresseren. De minister van LNV zal deze casus ook op korte termijn aan de Tweede Kamer rapporteren.
De kamerbrief die is verzonden is hieronder bijgevoegd. Op het moment dat er meer nieuws bekend is zullen we dit via onze website ontsluiten. Bij vragen of zorgen kunt u contact opnemen met uw nazorgadviseur.
Veelgestelde vragen
Q-koorts is een zoönose, een bacterie die wordt overgedragen van dier op mens en zich vooral verspreidt via de lucht. De verspreiding kan ook plaatsvinden via kleding, hooi, stro, schoenen of bouwmaterialen. De bacterie komt in de lucht als besmette geiten of schapen lammetjes krijgen. De bacterie kan ook in mest en urine zitten. De bacterie kan nog jaren blijven leven. De bacterie zit niet in het vlees van de geit of schaap.
Acute Q-koorts is het ziektebeeld dat in de eerste weken na een besmetting kan ontstaan; een griepachtig beeld met vaak hoge koorts, spier- en gewrichtspijn, hevige hoofdpijn, hoesten en soms een longontsteking. In uitzonderlijke gevallen kan het een leverontsteking veroorzaken. Een gedeelte van de mensen (40%) die besmet raakt met Coxiella Burnetii bacterie ervaart acute klachten (soms gedurende enkele weken), sommigen ervaren maandenlang wisselende klachten. Acute Q-koorts kan ook asymptomatisch verlopen, de meeste mensen (60%) merken het niet of nauwelijks.
“De casus is met deskundigen van het RIVM besproken. Gezien het feit dat niet alle schapen op het bedrijf ongevaccineerd zijn, er geen sprake is van abortusproblematiek of andere verschijnselen en het onderzoek aanleiding geeft te veronderstellen dat er slechte één of enkele dieren Q-koortsbacteriën uitscheiden, schat het RIVM het risico voor de volksgezondheid in de omgeving in als laag.”
De bacterie verspreidt zich vooral via de lucht. Het is voor mensen met een kwetsbare gezondheid, die zwanger zijn of mensen die zorgen hebben over het oplopen van Q koorts aan te raden de omgeving van het besmette bedrijf in Brakel te vermijden. Besmetting van mens op mens is niet mogelijk.
Er vindt nog een verdere risico-analyse plaats over de mogelijk niet-gevaccineerde dieren die zijn afgevoerd naar andere (melk)schapenbedrijven. Zo voert de NVWA contactonderzoek uit om in kaart te krijgen waar de andere niet-gevaccineerde dieren naartoe zijn verplaatst. Op basis van dit beeld worden de risico’s in beeld gebracht voor besmetting van de andere dieren op die bedrijven en of er risico’s voor de volksgezondheid bestaan. Wanneer deze nadere analyses rond zijn zal Q-support daarvan op de hoogte worden gesteld en u daarover informeren.
Immuniteit is na een infectie meestal levenslang. Dit betekent, dat iemand die Q-koorts heeft gehad, in principe niet nogmaals geïnfecteerd kan raken met de bacterie.
Vaccinaties van ieder dier moeten door de veehouder worden vastgelegd in de I&R centrale databank (het identificatie en registratie systeem voor dieren). Tevens moeten veehouders een vaccinatieformulier invullen en deze mede laten ondertekenen door hun dierenarts. Het formulier moet samen met de dierenartsfactuur twee jaar op het bedrijf bewaard worden. Alleen houders kunnen hun dieren melden via de databank. De informatie welke bedrijven wel of niet gevaccineerd hebben is niet inzichtelijk.
De besmetting op het bedrijf in Brakel is aan het licht gekomen in de verplichte landelijke monitoring, waarbij op melkleverende schapen- en geitenbedrijven maandelijks onderzoek wordt gedaan in de tankmelk naar de aanwezigheid van de Coxiella burnetii bacterie die Q-koorts veroorzaakt.
Omwille van het risico voor de volksgezondheid geldt er nog altijd een vaccinatieplicht voor bedrijven met meer dan 50 schapen of geiten die worden gehouden voor de bedrijfsmatige productie van melk en op bedrijven met een publieksfunctie, evenementen, tentoonstellingen en keuringen.* Het risico op besmetting is hierdoor wel kleiner geworden maar nog steeds aanwezig.
Vaccinatie van dieren tegen Q-koorts voorkomt in principe dat dieren besmet kunnen raken. Bij dieren die besmet zijn, zorgt vaccinatie ervoor dat er minder Q-koortsbacteriën worden uitgescheiden.
Alle professionele melkschapen- en melkgeitenhouderijen moeten jaarlijks vóór 1 augustus de dieren (mits op dat moment ouder dan 3 maanden) hebben gevaccineerd tegen Q-koorts. De vaccinatieplicht geldt niet voor dieren die in het eerste levensjaar worden geslacht én in die periode niet ingezet worden voor de fok. Dieren die op 1 augustus nog niet gevaccineerd kunnen worden omdat ze dan jonger zijn dan drie maanden moeten worden gevaccineerd elk geval drie weken voordat ze een ander dier dekken, gedekt worden, worden geïnsemineerd of worden afgevoerd, of anders uiterlijk vóór 1 augustus van het volgende kalenderjaar.
De NVWA controleert of houders van schapen en geiten de maatregelen naleven via steekproeven. Inspecteurs gaan langs bij verschillende bedrijven en controleren of schapen en geiten op tijd zijn gevaccineerd en of de vaccinaties tijdig zijn vastgelegd. De handhaving van de vaccinatieplicht is hierdoor niet waterdicht.
Uit het rapport van het NVWA 2022 blijkt dat 0,4% van de bedrijven is gecontroleerd in 2022 in tegenspraak met de in de Europese regelgeving vastgelegde 3%. Bij 36 van de 43 risico gerichte inspecties bij bedrijven met een publieksfunctie is een niet-naleving vastgesteld. De meest voorkomende overtreding is het niet (tijdig) uitvoeren van de (herhalings-)vaccinatie en het (tijdig) registreren van de vaccinatie in de I&R centrale databank. Bij 41 van de 45 inspecties bij melkschapen- en melkgeitenhouderijen is een niet-naleving vastgesteld. Ook hier is de vaakst voorkomende overtreding het niet (tijdig) uitvoeren van de (herhalings-)vaccinatie.
*De plicht tot enten mag vanwege geloofsovertuiging achterwege worden gelaten.
Op 16 april jl. werd bij de NVWA een verdenking op besmetting met Q-koorts gemeld vanuit het monitoringsprogramma. Het betrof een positieve uitslag van een tankmelkmonster, onderzocht bij Royal GD die dit programma uitvoert. De NVWA heeft op basis van deze verdenking het bedrijf geblokkeerd. Het monster is voor bevestiging doorgestuurd aan Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad, het nationaal referentielaboratorium voor dierziekten. Op 17 april werd de positieve uitslag bij WBVR bevestigd. Deze bevestiging was aanleiding voor de NVWA om het bedrijf te bezoeken. Dit is gebeurd op 19 april. De NVWA heeft de situatie in kaart gebracht en ook zogenaamde ambtelijke monsters genomen, die nodig zijn om een officiële besmetstatus te kunnen vaststellen. De uitslag van deze ambtelijke monsters werd op 22 april ontvangen en was positief. Hiermee heeft het bedrijf officieel een besmetstatus. De NVWA heeft toen de GGD Gelderland-Zuid en de lokale bestuurders op de hoogte gebracht. Op 25 april is Q-support door VWS op de hoogte gebracht.
De NVWA is een onderzoek en handhavingstraject gestart op dit bedrijf. De houder zal een bestuurlijke boete worden opgelegd wanneer blijkt dat er overtredingen zijn begaan ten aanzien van de (vaccinatie)verplichtingen in het Besluit houders van dieren.
Er geldt een bezoekersverbod voor de gebouwen en terreinen waar schapen worden gehouden. De houder moet verplichte hygiëne-maatregelen nemen. Deze worden door de NVWA met de houder besproken en vastgelegd; hier zal ook op worden toegezien. Deze maatregelen blijven van kracht zolang het bedrijf een besmetstatus heeft. Deze kan pas worden ingetrokken als er een jaar lang elke maand een negatieve uitslag op Q-koorts is van tankmelkmonsters van het bedrijf of wanneer alle schapen van het bedrijf zijn afgevoerd.
Andere veelgestelde vragen over Q-koorts staan op onze site en bij de LCI richtlijnen