Q-support voert in opdracht van het RIVM de Q-screen uit, een regionaal bevolkingsonderzoek voor het opsporen van chronische Q-koorts. Eva Hartman, huisarts en projectleider, is verantwoordelijk voor het uitvoeren van dit onderzoek. Ze vertelt wat er allemaal komt kijken bij het organiseren van de Q-screen. Dat het veel ingewikkelder is dan een paar mensen testen op chronische Q-koorts, wordt al gauw duidelijk.
Q-support had al jaren de wens om mensen met chronische Q-koorts op te sporen. Om dit te realiseren, moet je eerst bekijken hoe je zo’n onderzoek kunt uitvoeren en of het kosteneffectief kan. Hiervoor heeft het RIVM eerst een pilot uitgevoerd bij een aantal huisartspraktijken.
“De pilot van het RIVM liet zien dat een onderzoek uitvoerbaar en betaalbaar is”, vertelt Eva. Mits we ons richten op huisartspraktijken binnen een straal van 5 kilometer van een destijds besmet bedrijf. Het RIVM heeft ons uiteindelijk de opdracht gegeven een regionaal bevolkingsonderzoek uit te voeren. Met de lijst van geselecteerde huisartspraktijken zijn we vorige zomer direct aan de slag gegaan. De eerste uitdaging was het werven van huisartsen. Dat ze binnen het gebied liggen, wil niet zeggen dat ze direct klaar staan om mee te doen. We hebben ze een uitnodiging gestuurd en een gratis scholing over postinfectieuze aandoeningen aangeboden. Helaas was de opkomst laag; slechts 11 huisartsen meldden zich.”
Het werd duidelijk dat er meer moest gebeuren om de huisartsen aan boord te krijgen. Er is veel georganiseerd om hun deelname zo gemakkelijk mogelijk te maken. Het selecteren en uitnodigen van patiënten, de organisatie van de bloedafname en een vergoeding voor gemaakte uren. Uiteindelijk is de urenbelasting teruggebracht naar slechts 1,5 uur per praktijk.
Belronde
“Deze zomer hebben we opnieuw een uitnodiging gestuurd, vervolgt Eva. “Met twee medisch adviseurs zijn we alle praktijken telefonisch gaan benaderen. Opnieuw een flinke klus omdat het niet meevalt om artsen of hun assistenten aan de lijn te krijgen. Gemiddeld hebben we elke praktijk minimaal vijf keer moeten bellen voordat ze besloten om deel te nemen! We zijn nu de laatste huisartsen aan het bellen. Het ziet er naar uit dat 50% van de praktijken gaat meedoen. Tijdgebrek is de reden dat ze niet mee doen; de werkdruk is bij veel praktijken erg hoog. Als de Q-screen eenmaal loopt, hopen we dat er nog een aantal huisartsen zullen volgen. We willen natuurlijk zoveel mogelijk patiënten opsporen om ernstige klachten en vroegtijdig overlijden te voorkomen.”
Selectie op risicofactoren
Niet iedere patiënt van de deelnemende praktijken krijgt een uitnodiging voor de Q-screen. Alleen mensen met bepaalde hartklep- en vaataandoeningen of met een verzwakte afweersysteem. “We hebben er voor gezorgd dat huisartsen deze patiënten gemakkelijk geautomatiseerd kunnen selecteren. Hiervoor is een handleiding opgesteld voor elk informatiesysteem (HIS) waarmee huisartsen werken. Er zijn wel zes verschillende systemen, dus ook dat was niet zo snel voor elkaar,” licht Eva toe. “We testen alle systemen nu uit en leggen de hand aan de laatste handleiding.”
Bloedafname
Om chronische Q-koorts vast te stellen wordt een IFA-bloedtest gedaan. Omdat bloedprikken in elke regio weer anders is geregeld en de IFA-test maar op een paar plekken in Nederland wordt gedaan, heeft Q-support een partij benaderd om dit in alle gebieden te organiseren. Dit is Innatoss geworden, een bedrijf dat veel onderzoek doet naar Q-koorts en Lyme. Innatoss organiseert de bloedafname, doet de IFA-test en geeft de uitslag door aan de huisarts. Eva is trots op deze samenwerking: “Het is uniek en heel efficiënt dat het hele proces bij één partij ligt. Door het inzetten van Innatoss is het gelukt om de kosten van het bloedonderzoek binnen het project te financieren. Het valt voor deelnemers dus niet onder het eigen risico, maar wordt door Q-support betaald.”
Deze maand worden de eerste deelnemers geselecteerd. Ze ontvangen in januari een uitnodiging van hun huisarts met een informatiefolder met uitleg over de Q-screen en chronische Q-koorts. Het verzenden van deze uitnodigingen is uitbesteed aan een bedrijf. Ook hier heeft de huisarts geen omkijken naar en het draagt bij aan een kosteneffectieve organisatie van het onderzoek. De verwachting is dat er 10.000 mensen worden uitgenodigd en dat er uiteindelijk ongeveer 20 patiënten gevonden worden met chronische Q-koorts. Zij worden doorverwezen naar een specialist in een ziekenhuis die de behandeling start om ernstige complicaties en vroegtijdig overlijden te voorkomen.